B1 en Direct Duidelijk – Schrijven op B1-niveau
uit ‘Schrijven met lef en liefde‘, Dolf Weverink, Leporello Uitgevers 2023
Bijna iedere schrijfinstructie en schrijfwijzer die je in organisaties vindt, bevat de richtlijn: ‘Schrijf op B1-niveau, dan begrijpt 95% van de Nederlanders wat je bedoelt’.
De essentie van schrijven op B1-niveau is:
– eenvoudige woorden (die veel voorkomen en die iedereen kent)
– korte en duidelijke zinnen, zonder lijdende vormen
– verbindingswoorden (zoals dus, want, omdat, en, maar, daarom, daardoor)
– heldere structuur in de tekst
– duidelijke kop en tussenkoppen
– concreet: de tekst helpt de lezer vinden wat hij of zij zoekt
Scholen, verzekeringsmaatschappijen, banken en andere organisaties zien in dat het de moeite loont om in begrijpelijke taal te communiceren. Gemeenten, provincies en de rijksoverheid hebben zich in groten getale aangesloten bij Direct Duidelijk, het programma dat op zijn webpagina opent met ‘De overheid moet duidelijk communiceren’. Of je het nu Klare Taal noemt – een begrip dat je bij de rechtspraak tegenkomt – B1 of Direct Duidelijk, het uitgangspunt is maak het je lezer en jezelf niet onnodig moeilijk, schrijf op wat je bedoelt, zorg ervoor dat je doelgroep jouw tekst begrijpt. En dan gaat het niet alleen om mensen die minder taalvaardig zijn, ook hoger opgeleiden vinden een B1-tekst prettiger lezen dan een tekst op C1- of C2-niveau.
Om op B1-niveau te schrijven, moet je overigens de taal op C2-niveau beheersen. Alleen dan ben je in staat een begrijpelijke tekst in heldere en duidelijke taal te schrijven.
Europese indeling
De ABC-indeling komt uit het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen (European Common Framework) dat zes taalniveaus onderscheidt. Bij ieder niveau hoort een uitgebreide toelichting op de dimensies receptie (passief taalgebruik, ofwel lezen en luisteren), interactie (een gesprek voeren) en productie (schrijven).
A is het niveau van de basisgebruiker
A1 breakthrough (doorbraak) | A2 waystage (tussenstap)
B is het niveau van de onafhankelijke gebruiker
B1 threshold (drempel) | B1 vantage (uitzicht)
C is het niveau van de vaardige gebruiker
C1 effective operational proficiency (effectieve operationele vaardigheid)
C2 mastery (complete beheersing)
Wie een taal op C2-niveau beheerst, heeft het near-nativeniveau bereikt; een niveau van taalbeheersing dat vergelijkbaar is met dat van een native speaker.
Het B1-niveau is het niveau waarop een gebruiker zich een onafhankelijk gebruiker mag noemen. “Kan de belangrijkste punten begrijpen uit duidelijke standaardteksten (…), kan een eenvoudige tekst produceren over onderwerpen die vertrouwd zijn of die van persoonlijk belang zijn (…).”
Bezwaren tegen B1
Met de zes punten die je aan het begin van dit hoofdstuk vindt, zijn veel mensen het eens. Je zou nog kunnen toevoegen ‘als het nodig is om een vakterm of een moeilijk woord te gebruiken, leg het dan uit’. Woorden als ‘zienswijze’, ‘last onder dwangsom’ of ‘hypotheek’ vallen niet in de categorie eenvoudige woorden en begrijpelijke taal, maar je hebt ze soms gewoon nodig, bijvoorbeeld omdat een besluit of een beslissing juridische haakjes en context nodig heeft wanneer de ontvanger bezwaar aantekent of de zaak aan een rechter voorlegt. Als je aan de tips nog ‘zet het belangrijkste bovenaan’ – een tip die je al in hoofdstuk 3 tegenkwam – toevoegt, kan iedereen die functionele en commerciële teksten schrijft ermee uit de voeten.
Toch komen er vanuit verschillende hoeken bezwaren tegen B1 als absolute norm. Dit zijn de belangrijkste:
> B1 komt uit het Europees Referentiekader, dat zijn taalniveaus voor taalgebruikers die een andere taal als moedertaal hebben. De aanduiding zegt iets over de mate waarin een gebruiker zich in een vreemde taal weet te redden. Waarom gebruiken we het dan om de moeilijkheidsgraad van teksten die voor veel lezers in de eigen taal zijn geschreven, aan te duiden?
> Het is onduidelijk wat B1 nu precies inhoudt. Daarom koos de gemeente Utrecht voor Gastvrije Taal en Direct Duidelijk, dat klinkt een stuk minder technisch en veel vriendelijker.
> B1 ontaardt soms in teksten met korte zinnen en een toon die de lezer een onprettig gevoel geeft. Alsof de afzender een leerling in het basisonderwijs toespreekt. Bevoogdend en uit de hoogte. Een brief van je pensioenfonds die begint met ‘Pensioen is belangrijk. Daarom krijg je af en toe informatie van ons. Het is verstandig die informatie overzichtelijk bij elkaar te houden. Soms kan dit best een uitdaging zijn om dit goed te organiseren…’ Dan denk je als lezer ‘Wat is er met die mensen? Zeg dan gewoon ‘bewaar de pensioenoverzichten die we je sturen, ga naar mijnxxxpensioen.nl en log in met je DigiD’.
Gedupeerden in de toeslagenaffaire kinderopvang kregen een brief waarin ze lazen…
‘Waarom krijgt u deze brief?
U bent 1 van de ouders die gedupeerd is door de problemen met de kinderopvangtoeslag. Dat is moeilijk geweest voor u. Dat spijt ons heel erg. U hebt al geld van ons gekregen. Misschien hebt u schulden. U leest in deze brief wat u dan kunt doen.
(…)
Het spijt ons heel erg dat u gedupeerd bent door ons
U hebt misschien problemen gekregen hierdoor. We bieden u daarom onze oprechte excuses aan. U wilt misschien aan anderen kunnen laten zien dat u gedupeerd bent. We helpen u daarom graag met deze brief.’
Deze twee voorbeelden zorgen ervoor dat professionals die twijfelen of ze B1 en Direct Duidelijk moeten omarmen – een veelgehoorde opmerking is ‘we gaan toch geen jip-en-janneke-taal schrijven’- hun hakken in het zand zetten.
Daarom is het belangrijk dat wij als schrijvers, contentmakers, trainers en adviseurs duidelijk maken dat helder en duidelijk schrijven draait over een heldere boodschap, afgestemd op de ontvanger, die je in duidelijke en toegankelijke taal opschrijft. En waarom zou je zo schrijven? Omdat ontvangers, ook hoger opgeleiden, begrijpelijke teksten prettig vinden. En omdat je met een duidelijk verhaal minder vragen krijgt van klanten, inwoners en collega’s en effectiever en efficiënter werkt. Voorwaarde is wel dat je echt iets te melden hebt en dat leidinggevenden en collega’s deze aanpak steunen en zelf ook zo schrijven.
Nu.nl nam in 2021 deel aan het journalistieke innovatieprogramma Accelerator van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. De redacteuren testten de teksten die ze gewend waren te schrijven tegen simpeler teksten. Lezers bleken even tevreden te zijn, maar vonden de eenvoudige stukken begrijpelijker. Ook lazen meer bezoekers van de site de stukken uit.
Direct Duidelijk
In 2019 introduceerde staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het programma Direct Duidelijk. ‘De overheid moet duidelijk communiceren’, stelt de gelijknamige site www.directduidelijk.nl en zo is het! Gemeenten, provincies en de rijksoverheid omarmen het programma.
De rechtspraak
Schrijftrainer, onderzoeker en collega Geerke van der Bruggen onderzoekt hoe begrijpelijk gerechtelijke uitspraken zijn. ‘Een begrijpelijke tekst is een tekst die het de lezer gemakkelijk maakt om tot diep begrip te komen’ schrijft ze op haar site. Alleen andere woorden gebruiken is niet voldoende, structuur (logische opbouw, samenhang tussen de zinnen) en inhoud (aansluiten bij de doelen en de voorkennis van de lezer) zijn minstens zo belangrijk.
Klare Taal is de titel van het programma binnen de rechtspraak dat gericht is op ’taal die voor (bijna) iedereen te begrijpen moet zijn’. Bij de rechtbank Amsterdam is Klare Taal vertaald in het project Wieb (wat ik eigenlijk bedoel). De Klare Taal Bokaal gaat jaarlijks naar de beste uitspraak in klare taal. Interessant is een quote uit een juryrapport over juridische en wettelijke termen. Want deze ‘(…) worden in deze uitspraak niet geschuwd, maar wel uitgelegd’.
Margot Stovée, raadsheer bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, zegt over haar prijswinnende en kraakheldere uitspraak uit 2019 ‘Het is niet voldoende om alleen het taalniveau te versimpelen. Er is meer nodig. Je moet weten welk verhaal je vertelt en een structuur neerzetten die de lezer door de tekst leidt en logisch is (…) Als de structuur eenmaal staat, gaat het schrijven zelf veel sneller. We combineren nu nog vaak het denk- en schrijfproces (…)’.
Niet alleen rechters, ook advocaat-stagiairs krijgen Schriftelijke Vaardigheden in de Beroepsopleiding Advocatenorde, en leren (onder meer van Geerke en van mij) begrijpelijke teksten schrijven.
Verzekeraars die het Keurmerk Klantgericht Verzekeringen willen krijgen, moeten voldoen aan de keurmerknormen. De Stichting toetsing verzekeraars komt kijken of de verzekeraar voldoet aan de keurmerkeisen waarvan de eerste luidt: ‘Voor de klant begrijpelijke en heldere informatie (…) de brieven en brochures zijn in begrijpelijke taal geschreven’.
Meer over B1 vind je op de site van Onze Taal (https://onzetaal.nl/taaladvies/b1-niveau).
Trainingsbureau Loo van Eck introduceerde de site ishetb1.nl en op notaris.nl vind je bij termen als ‘beneficiair aanvaarden’, ‘bewindvoerder’ en vele andere termen een omschrijving in heldere taal. Dan is er nog de site zoekeenvoudigewoorden.nl die je helpt om woorden op taalniveau B1 of A2 te vinden voor moeilijke woorden. Een mooi initiatief van BureauTaal dat ook Texamen aanbiedt waarmee je het taalniveau van je tekst meet.
Van alle tijden
De roep om heldere taal is van alle tijden. Geerke van der Bruggen noemt een onderzoek uit 1916 waarin een groep van juristen, onder wie schrijver Marcellus Emants wees op moeilijke woorden, en vreemde grammaticale constructies. Toen ook al was de conclusie dat alleen andere woorden gebruiken niet meer is dan ‘krabben aan de verf’. Voor een echt begrijpelijke tekst is meer nodig.
Ruim 100 jaar geleden schreef William Strunk jr. in zijn Elements of Style al ‘Use definite, specific, concrete language’, ‘Omit needless words’ en ‘Use the active voice’. George Orwell’s ‘Six Rules’ ademen dezelfde sfeer: ‘If it is possible to cut a word, always cut it out – never use a long word where a short one will do – never use the passive where you can use the active’.
Grace notes
Kleur en een scheutje drama maken een tekst aantrekkelijker. Je hoeft daarvoor geen retorische registers open te trekken of uitbundig met bijvoeglijk naamwoorden te strooien. Het is al voldoende om in een bericht over een doorgaande weg die op de schop gaat te melden dat de aannemer ’s nachts doorwerkt zodat ‘u snel weer via de Laan van de Vrijheid naar het centrum kunt’. Zo laat je zien dat je je realiseert dat zo’n afsluiting lastig is voor bewoners, ondernemers en bezoekers. Krijgt het Oude Dorp een make-over? Dan is een kop als ‘het nieuwe Oude Dorp’ bij een bericht waarin je vertelt over bloembakken en zachtgele stoeptegels al het scheutje drama dat een bericht net wat prettige en losser maakt. Een fijne strakke brief over de nieuwe cv-ketels met ‘warme groeten’ van CV-monteur Khalid, een regel als ‘we hebben er lang naar uitgekeken’ bij een bericht over horeca, concertzalen en theaters die weer open gaan, het zijn voorbeelden van een beetje kleur dat ervoor zorgt dat de mondhoeken van de lezer omhoog gaan, al is het maar een klein beetje.
Als het gaat om kleur en drama, dan is de ervaring dat je die als redacteur of tekstschrijver sneller vindt wanneer je over veel informatie beschikt. Weet je bijvoorbeeld dat het nieuwe asfalt een stuk stiller is dan het oude en dat er straks alleen elektrische bussen rijden, dan kun je in plaats van ‘de Laan van de Vrijheid wordt onder handen genomen’ wat vrijer en beeldender schrijven over ‘als de asfaltmachines vertrokken zijn, hoort u alleen nog het geruis van de banden en het gekwetter van de vogels.’ In Amstelveen voorzag de gemeente de nieuwe ondergrondse vuilcontainers die tijdelijk op straat behoorlijk in de weg stonden van een leuke tekst: ‘Hallo, ik sta hier maar even hoor’.